Bloemkool: een veelzijdig superfood uit Zeeland

Bloemkool is het nieuwe superfood

Wat je nieuw noemt. Bloemkool is al bekend sinds de 11e eeuw. Maar dat het zo gezond is, komt pas de laatste tijd in het nieuws. Niet met een papje en helemaal gaar gekookt, maar juist beetgaar of als ingrediënt voor een pizzabodem.

Winterbloemkool wordt traditiegetrouw gekweekt op de Zeeuwse klei op Walcheren, omdat het hier in de winter niet vriest. Daar kan een bloemkool niet tegen.

Willem Barendse is bloemkoolkweker op twaalf hectare grond, vlak onder de rook van Middelburg, richting Veere. Hij is nu aan het oogsten.

Het zware maar mooie beroep van een bloemkoolkweker

"Een zwaar beroep, bloemkoolkweker. Je bent geheel en al afhankelijk van de natuur," zegt hij trots. Want naast dat het een zwaar beroep is, vindt hij het ook een mooi beroep.

Zo’n 20.000 bloemkolen per jaar brengt hij naar de veiling. Hij kiest ervoor om te leveren aan een Belgische veiling.

"Daar wordt nog geveild met de klok," vertelt hij. "Soms valt dat mee, soms valt dat tegen, maar het is meestal een marktconforme prijs die je krijgt. Dat is altijd nog beter dan te leveren volgens een vaste prijs. En het houdt het ook wel spannend."

Hij verkoopt ook bloemkolen in een stalletje langs de weg. Daar kosten ze vijftig cent per stuk.

Bomvol voedingsstoffen

Met een verse bloemkool krijg je een flinke dosis vitamines, mineralen, calcium, magnesium, mangaan, kalium en aminozuren binnen. En dat zijn nog maar een paar van de gezonde stoffen in deze witte groente, die ook nog eens goed is voor hart en bloedvaten.

Barendse vindt de bloemkool een leuk product omdat het direct geschikt is voor de eindgebruiker. Het ziet er dan ook prachtig uit: grote witte kolen, omlijst door karakteristieke bladeren die ieder een andere tint groen hebben.

Hoe de oogst verloopt

Voor iedere kool moet Barendse een diepe buiging maken en goed kijken of deze klaar is voor de consumptie.

  • Als dat zo is, snijdt hij de kool met een paar doelbewuste bewegingen van de stengel af.

  • Daarna verwijdert hij enkele grote bladeren.

  • Vervolgens gaat de kool op de lopende band, die eindigt in een wagen.

  • Zijn vrouw sorteert de kolen op kleur en grootte. Zes in een krat.

Vaak gaat hij meerdere keren over het land met deze installatie, die voortgetrokken wordt door een tractor. Zo oogst hij uiteindelijk alle kolen.

Zelf eet hij het niet zo vaak. "Je praat er al iedere dag over en je staat er de hele dag tussen. Dan is een paar keer per jaar wel genoeg om ze te eten."

Previous
Previous

De lamsoren zijn er weer: een zilte seizoensgroente uit Zeeland

Next
Next

Kreeft eten: een culinaire herinnering aan Indonesië